De vernieuwde regels rondom box 3 blijven veel vragen oproepen. Is het fiscaal nog steeds gunstig om je geld in een BV te stoppen, of is privé aanhouden aantrekkelijker geworden? In dit artikel leggen we uit hoe de regelgeving anno 2025 in elkaar zit, welke keuzes je hebt, en hoe je je vermogen fiscaal optimaal kunt structureren.
Wat houden de box 3-regels in 2025 in?
Sinds 1 januari 2023 wordt box 3 niet langer belast op basis van een generiek fictief rendement, maar op basis van een zogenoemde forfaitaire spaarvariant. Daarbij rekent de Belastingdienst met verschillende rendementen voor spaargeld, beleggingen en schulden, gebaseerd op werkelijke marktcijfers van het voorafgaande jaar.
Voor 2025 zijn de voorlopige forfaitaire rendementen als volgt vastgesteld (op basis van 2024):
- Spaargeld: 1,44%
- Beleggingen: 5,88%
- Schulden: -2,62%
Het belastingtarief over het berekende rendement is in 2025 is 36%, dit is gelijk aan 2024 maar 4% hoger ten opzichte van 2023.
Heffingsvrij vermogen in 2025
- €57.684 per persoon
- €115.368 voor fiscale partners
Je betaalt dus uitsluitend vermogensbelasting over het vermogen dat boven deze vrijstellingsgrens uitkomt. Daarnaast is er een vrijstelling voor groene beleggingen:
- In 2025 is die verlaagd naar €26.321 per persoon, of €52.624 met fiscaal partner.
- Vanaf 2027 verdwijnt deze vrijstelling volledig.
Voordelen vermogen in privé
Privévermogen is laagdrempeliger en administratief overzichtelijker. Zeker voor mensen met een laag-risico beleggingsprofiel (zoals spaarders of beleggers in indexfondsen) is dit vaak een voordelige optie. Door het relatief lage forfaitaire rendement op spaargeld pakt de belastingdruk in veel gevallen laag uit.
Voorbeeld:
Een belegger met €100.000 spaargeld betaalt in 2025 belasting over slechts €42.316 (na vrijstelling). Bij een rendement van 1,44% komt het belastbaar rendement uit op €609. Daarover wordt 36% belasting geheven: €219.
Vergelijk dat met eerdere jaren: in 2022 werd je nog aangeslagen op een fictief rendement van 5,53%, wat leidde tot ruim €1.700 belasting. Privé aanhouden is anno 2025 dus vaak realistischer en voordeliger.
Vermogen in de BV: geschikt bij hogere rendementen of lange termijn
Een Besloten Vennootschap (BV) biedt fiscaal voordeel bij hogere rendementen of wanneer het vermogen voor langere tijd vastgezet kan worden. Binnen de BV betaal je eerst vennootschapsbelasting (Vpb) over de winst, en pas bij uitkering van dividend volgt heffing in box 2.
Belastingdruk in 2025:
- Vennootschapsbelasting (Vpb):
- 19% over de winst tot €200.000
- 25,8% daarboven
- 19% over de winst tot €200.000
- Box 2 (dividendbelasting):
- 24,5% over inkomen tot €67.804
- 33% over het meerdere
- 24,5% over inkomen tot €67.804
Let op: zolang je geen dividend uitkeert, kun je de belasting in box 2 uitstellen. Dit biedt liquiditeitsvoordelen en strategische planningsruimte.
Vergelijking box 3 vs. BV in 2025
| Scenario | Rendement | Belastingdruk privé (box 3) | Belastingdruk BV + box 2 |
| Hoog rendement | 8% (€80.000) | ± €5.600 (afhankelijk van spaargeld/beleggingen) | ± 5–6,5% (bij uitkering) |
| Laag rendement | 2% (€20.000) | ± €680 | Relatief zwaarder door vaste kosten Vpb |
Bij lage rendementen is privé aanhouden voordeliger.
Bij hogere rendementen of herinvestering kan de BV-structuur fiscaal aantrekkelijker zijn, vooral door uitstel van belastingheffing.
Combinatie van BV en privévermogen
Veel ondernemers kiezen voor een hybride aanpak:
- Privévermogen voor flexibiliteit en beschikbaarheid
- BV-vermogen voor langetermijngroei en strategische herinvestering
Let op: het overbrengen van vermogen tussen BV en privé kent fiscale gevolgen zoals schenkingsbelasting of inkomstenbelasting (bijvoorbeeld bij inbreng of uitkering van dividend).
Wanneer kies je voor welke optie?
Privé vermogen is aantrekkelijk bij:
- Lage of stabiele rendementen
- Directe behoefte aan liquiditeit
- Beperkte administratieve lasten
De BV is aantrekkelijk bij:
- Verwacht hoog rendement (bijv. vastgoed, actieve beleggingen)
- Vermogen dat je lang niet nodig hebt
- Strategische dividendplanning (uitstel en spreiding)
Alternatieven en slimme structuren
- Vrijgestelde Beleggingsinstelling (VBI): Belastingvrij beleggen onder voorwaarden; vooral interessant bij zeer grote vermogens.
- Schenkingsconstructies: Slim inzetten bij estate planning voor kinderen of kleinkinderen.
- Holdingstructuren: Voor ondernemers die investeringen willen afschermen of structureren.
Voorbeeldberekening van privé naar BV
Jan heeft een vermogen van €500.000 in privé. Na aftrek van de vrijstelling (€57.684) blijft €442.316 over. Stel dat 50% spaargeld is en 50% beleggingen, dan komt het gemiddeld forfaitair rendement op ongeveer 3,66%. Belastbaar rendement is dan zo’n €16.183, wat bij 36% leidt tot €5.826 belasting.
Zet Jan dit over naar een BV en behaalt hij 6% rendement (€30.000), dan betaalt hij:
- 19% Vpb = €5.700
- Geen box 2-heffing zolang hij geen dividend uitkeert
Zijn netto belastingdruk is vergelijkbaar of zelfs lager, mits hij geen directe opname nodig heeft.
Praktische tips voor 2025
- Gebruik actuele online rekenmodules (bijv. van de Belastingdienst) om je situatie te simuleren
- Stel dividenduitkeringen uit om belastingdruk te spreiden
- Houd Prinsjesdag en wijzigingen rond box 3 en box 2 goed in de gaten
- Schakel adviseurs met expertise over de BV’s in zoals Firm24